Lydia Muller werd geboren in Rotterdam en groeide op in de binnenstad van Nijmegen. Als stadsmens ontwikkelde ze een grote liefde voor de natuur. Door haar gevoel voor de kinderziel koos ze voor het beroep van kleuterleidster, maar eigenlijk is en was ze een geboren tekenares die kon toveren op een schoolbord.

ontplooiing

Tot haar verbazing scoorde ze als student van de toenmalige kweekschool op het eindexamen een 10 voor tekenen. Zelf zag ze haar kunde als verre van volmaakt, maar altijd krabbelt haar pennetje als vanzelf, als een stroompje dat zich een weg zoekt en sporen trekt, figuren vormt, zonder nadenken. Hoewel haar
 talent dus werd erkend, voelde Lydia zich voor een stap naar de Kunstacademie niet rijp.

In plaats daarvan volgde zij een lange ‘carrière’ van cursussen op de Nijmeegse Lindenberg. Hier ontplooide ze zich onder de leiding van onder meer: Heinz van Teeseling, Felix Villanueva, Astrid de Jonge, Jos van Gessel, Theo Tomassen en Monique van Haasteren. Daarna volgde ze gedurende twee jaar de cursus Upgraders aan Artez in Arnhem. Ze leerde vele beeldende technieken kennen; werkte twee- zowel als driedimensionaal.

bronnen

Eén ding hield Lydia hierin steeds bij de les namelijk de wetenschap dat zij dit moest doen om bij zichzelf te komen. Geleidelijk kwam het gewicht steeds meer op de
 acrylschilderijen te liggen. Enkele jaren geleden kwam daar de grafiek o.l.v. Monique van Haasteren nog bij. Hier voltrok zich voor Lydia’s gevoel voorgoed de weg terug naar de bronnen. Door de schijnbaar betekenisloze krabbels en het gezwoeg met etsgrond, ontsnapte ze aan valse virtuoze esthetiek.

moeder

Lydia maakte en toonde in meerdere exposities al prachtig en overtuigend werk, maar de maker was zelf niet altijd overtuigd. Nu is dat vele kunstenaars niet vreemd, maar toch lijkt het dat Lydia nog iets nodig had om alle stukjes op hun plaats te laten 
vallen. Haar eigen moeder bracht haar dat. Van zeer nabij maakte Lydia mee hoe voor haar moeder in het verzorgingshuis de vertrouwde wereld beetje bij beetje haar oude samenhang verloor, uiteen viel in een nieuw en onbegrijpelijk verband.

Geobsedeerd door de blik in de ogen van haar altijd zo goed verzorgde moeder, trachtte Lydia haar op haar reis naar de einder van het bekende te volgen; het proces van de dementie daarbij niet zozeer als een verlies maar als een gegeven te accepteren. Alle oude regels moesten daarvoor aan de laars gelapt. In een lange reeks portretten herkent Lydia nu het
 waardevolle kantelpunt in de ontwikkelingsweg van haar creativiteit.

In het recente werk heeft Lydia nu vaker gekozen voor kleine formaten. Ze tonen fragiele open ruimtes. Vlekken en lijnen vormen 
architektuurachtige bouwsels. Weefsels van licht, dronken van het eindeloze, spotten met alle haast.
 Donkere vlekken lijken verzadigd met stof en oude droefheid. En altijd 
doemen als vanuit het niets de menselijke figuurtjes op, niet 
begrijpend starend, maar verzoend met eindeloze tijd.

Theo Tomassen, juni 2012

Theo Tomassen begeleidde Lydia in haar ontwikkeling als kunstenaar. Meer over Theo en zijn werk is te vinden op zijn website.